Twee broers, koeien, varkens en geiten
Het bedrijf met melkgeiten van Gijs en zijn ouders Rob en Noor ligt in Drunen, op een steenworp afstand van het prachtige nationaal park ‘Loonse en Drunense Duinen’. Voorheen was dit een varkenshouderij, in 1990 aangekocht door Rob en zijn broer, als aanvulling op de melkveehouderij die ze toentertijd samen runden. In 1999 werd duidelijk dat er geen uitbreiding mogelijk was voor het varkensbedrijf, wat wel noodzakelijk was. Verkopen was geen optie, dus moesten ze op zoek naar een andere tak. In 2000 werd de geitenstal gebouwd, de vader van Gijs start met 300 melkgeiten en groeit in een geleidelijk tempo naar 700 dieren. In 2008 wordt duidelijk dat zowel Rob als zijn broer allebei een zoon hebben met interesse tot overname. Door het bedrijf te splitsen, wordt het in de toekomst gemakkelijker voor Gijs en zijn neef om de bedrijven over te nemen. De bedrijven delen nog wel het machinepark en werken samen om de grond te bewerken, maar verder is alles gesplitst.
Verwoestende ziekte
Vanaf 2007 krijgen steeds meer mensen in Nederland de diagnose q-koorts. De infectieziekte is overdraagbaar van dieren op mensen, bij geiten komt het vrij als ze bevallen van hun lammetjes. Q-koorts slaat in als een bom bij de mensen die geïnfecteerd zijn. Maar.. de diagnose van q-koorts slaat op het bedrijf van familie van Rooij ook in als een bom. Eind 2009 worden de dieren nog geënt tegen de ziekte, maar een aantal weken later blijkt uit de melktest dat dit niet meer heeft mogen baten. Binnen afzienbare tijd worden de 900 geiten gescand op zwangerschap, 800 dieren blijken dragend te zijn en krijgen een rode markering op hun rug. ’s Morgens staan Gijs en zijn vader de dieren nog te melken. Gijs kiest er voor om niet aanwezig te zijn bij de ruiming van de geiten. ’s Avonds als hij thuis komt, is de stal nagenoeg leeg. ‘Je kunt je van te voren niet voorstellen wat dat met je doet, dat kan ik eigenlijk ook niet omschrijven.’ De stilte die hij daarna laat vallen, zegt genoeg.
‘We hielden 80 lammeren en 100 volwassen geiten over. De melkgeiten hebben we nog één jaar gemolken en toen verkocht, de lammeren hebben we verkocht voor het vlees. We mochten namelijk niet meer met deze dieren fokken.’ De vader van Gijs heeft veel minder werk met het bedrijf en gaat als zzp’er aan de slag als timmerman. Zo kan hij toch zorgen voor inkomsten voor het gezin. Noor, de moeder van Gijs, werkt al langere tijd in de zorg, ook haar inkomen is hard nodig om het gezin te kunnen onderhouden. Daarnaast wordt er vanuit de overheid een financiële regeling getroffen om het financiële leed voor de boeren gedeeltelijk op te vangen. Door deze drie inkomstenbronnen heeft het gezin kunnen overleven tijdens de zware periode na de q-koorts. Het duurt in totaal 4 jaar voordat het bedrijf weer als vanouds kan draaien en de daarbij behorende inkomsten weer op peil zijn.
Continue het beste uit jezelf halen
In 2014 draait het bedrijf weer op hetzelfde niveau als in 2010, maar nu met 200 extra melkgeiten. Gijs heeft net het eerste jaar van de HAS achter de rug, als blijkt dat er zoveel werk is op het bedrijf, dat zijn vader het werk niet alleen rond kan zetten. Gijs besluit, tegen het advies van zijn ouders in, om te stoppen met zijn studie en in de maatschap te treden. ‘Ik zit nu drie jaar in de maatschap en ik heb er geen moment spijt van gehad.’ De overname is nu nog geen dagelijks onderwerp van gesprek bij familie van Rooij. ‘Ons bedrijf heeft in feite 4 jaar stil gestaan, we willen eerst investeren in de toekomst.’ Die toekomst is voor Gijs al duidelijk, in 2018 wil hij 1.400 dieren hebben en geleidelijk groeien naar 90 hectare grond. ‘Dat kunnen ons pap en ik samen goed bijhouden. Als ons pap met pensioen gaat, dan heb ik voldoende inkomsten om een fulltime medewerker in dienst te nemen.’ Het werk is niet de enige reden waarom Gijs een medewerker in dienst zou nemen. ‘Voor mijn vader is het normaal dat hij pas om 22.00 uur binnen komt van het werk. Ik vind het belangrijk dat ik ook kan sporten en een biertje kan drinken met vrienden. Als ik iemand in dienst heb, dan krijg ik daar meer ruimte voor.’
Omdat het bedrijf dicht bij de Loonse en Drunense Duinen staat, is het niet zomaar mogelijk om 1.400 geiten te houden. Daar heeft de familie van Rooij al iets op bedacht: een luchtwasser. De luchtwasser zorgt ervoor dat de uitstoot van ammoniak met 1.400 geiten even hoog is, als nu met 900 geiten. Luchtwassers worden normaal gebruikt voor varkensstallen, een varkensstal is helemaal dicht, onder andere om te zorgen dat de luchtwasser optimaal werkt. Dat is voor Gijs geen optie: ‘Ik vind het belangrijk dat mensen kunnen zien dat we geiten houden, dus ik houd de stallen open. Daardoor zal de luchtwasser 45% ammoniak reduceren, in plaats van 95%, maar dat is voor Gijs voldoende.
Ook 90 hectare grond is uitzonderlijk voor een melkgeiten bedrijf. Het is de manier voor Gijs om zich te onderscheiden van anderen. Doordat ze relatief veel grond hebben, kunnen ze veel voer verbouwen en hoeven ze minder aan te kopen. Het uiteindelijke doel is om volledig zelfvoorzienend te zijn op mest en voerteelt. ’Het is de uitdaging om zo min mogelijk brok te voeren, zodat ik de voerkosten zo laag mogelijk kan houden, maar het mag niet ten koste gaan van de melkproductie van de geiten. Dat is mijn drijfveer, om een zo hoog mogelijk saldo per geit te halen. Ik vind het leuk om de cijfers en resultaten te vergelijken met vorig jaar en te onderzoeken hoe het beter kan. Ik ben continue bezig met de optimalisatie van het bedrijf en van mezelf.’ Dat is één van de redenen waarom Gijs in het bestuur zit van AJK Den Bosch en in de jongerenraad van Agrifirm heeft gezeten. ‘Het is soms verleidelijk om maar door te gaan met werken in plaats van een vergadering bij te wonen. Maar daar spreek ik andere toekomstige ondernemers, we delen ervaringen en denken samen na over uitdagingen die voorbij komen.’
Toekomst muziek
Hoewel Gijs druk bezig is met optimalisatie van het bedrijf en zichzelf, in de sector loopt het nog niet zo hard. ‘Er zijn relatief weinig geitenhouders in Nederland, het is voor leveranciers daarom niet interessant om innovaties voor onze sector te bedenken. Een melkrobot voor geiten zal er bijvoorbeeld niet snel komen, eenvoudig omdat er te weinig afnemers zijn. ‘Ik verwacht niet dat er sterke innovaties voor onze sector komen in de nabije toekomst, al zou het wel goed zijn voor de sector.’ Daarbij vraagt Gijs zich af of de vraag naar geitenmelk op hetzelfde niveau zal blijven, geitenmelk en -kaas is namelijk duurder dan zuivel van koeien. Om zelf hun steentje bij te dragen aan het imago van de sector, denken Gijs en zijn vader er over na om de lammeren in de wei te laten lopen. Een soort “vrije-uitloop-lammetjes”. Imago is één van de belangrijkste redenen, maar zelf vindt Gijs het ook gewoon mooi om te zien. Al is het risico op ziekte dan wel hoger en heb je er meer werk mee. Als we dan doorvragen naar een volledige omschakeling naar biologisch, denkt Gijs even na. ‘Een biologisch bedrijf past niet bij mij, volgens mij kun je dan nooit zo efficiënt draaien zoals wij nu doen. Je krijgt dan een lagere melkproductie per geit. We gebruiken nu al bijna geen antibiotica en bestrijdingsmiddelen, maar als het nodig is, dan kunnen we daar wel goed mee bijsturen.’
Het is al duidelijk dat Gijs de enige overname kandidaat is. Zijn broer is tractor monteur en houdt het machinepark van het bedrijf bij. Zijn zussen gaan allebei een andere richting in. Ze helpen wel allemaal tijdens de lammer-tijd. In korte tijd worden er dan 1.000 geitjes geboren, dan hebben Gijs en zijn vader de extra handen hard nodig. Als het aan Gijs ligt, dan wil hij rond zijn 30e het bedrijf overnemen van zijn ouders, zijn vader is dan 65. Voor die tijd wil Gijs wel op zichzelf wonen. ‘Stel dat de overname 2 jaar langer duurt dan verwacht, dan woon ik op m’n 32e nog bij mijn ouders. Daar zit ik echt niet op te wachten.’