Anne is geboren in het Brabantse dorp De Rips. Leuk zo’n dorp, maar de stad is nog veel leuker! Er is van alles te beleven: lekker shoppen, uitgaan, terrasje pikken. Ze woonde op kamers in Eindhoven en studeerde Landscape Design aan de HAS Hogeschool in ’s Hertogenbosch. In de zomer van 2015 maakte ze kennis met hetgeen waar haar ogen van gaan twinkelen: de nertsenfarm! Van een meisje wat dacht in de stad te gaan wonen met een droombaan op kantoor veranderde ze in één zomer naar een vrouw met passie voor nertsen, een duidelijke visie en bedrijfsopvolgster van het ouderlijke bedrijf.
In 2015 studeerde Anne Rooijakkers af aan de opleiding Landscape Design aan de HAS in Den Bosch. Anne vertelt dat de eerste twee jaren leuk waren, vooral de creativiteit gecombineerd met het praktische sprak haar erg aan. Maar de praktijk viel haar tegen. ‘Poeh van 8 tot, als je geluk hebt, 5 uur op kantoor zitten. Soms zit je zelfs langer achter het bureau. Ik vind het niet erg om veel uren te maken, wel om lang achter het bureau te zitten’. Het kostte haar dan ook ontzettend veel moeite de opleiding af te maken. Haar doorzettingsvermogen hielp hierbij. ‘Als ik ergens aan begin maak ik het ook af’. Één ding was duidelijk: Anne wilde absoluut geen kantoorbaan. Wat dan wel bleef een groot vraagteken. Tijdens haar derdejaars stage van de HAS bij de gemeente ’s Hertogenbosch was het haar stagebegeleider al haarfijn opgevallen dat de bureaustoel niet haar ding is. Hij ontdekte ook waar haar ogen wel van begonnen te stralen: nertsen! Als Anne over het de nertsenfarm vertelde zei hij: ’Anne je ogen beginnen te twinkelen als je over jullie nertsen praat’. Anne zelf was zich daar toen niet van bewust en sloeg zijn opmerking in de wind. Tijdens de zomervakantie van 2015 nodigde haar vader haar uit om te helpen bij de verzorging van de nertsen. En de twinkeling in haar ogen is vanaf toen niet meer verdwenen. Anne is verkocht en vindt het super om te werken met nertsen. De geschiedenis lijkt zich te herhalen. Anja begon 30 jaar geleden met het bedrijf en Anne lijkt zo enthousiast dat ze de familiefarm ook voort wil gaan zetten.
De moeder van Anne is in 1985 begonnen met de nertsenfarm. In die tijd was het opmerkelijk om als vrouw een agrarisch bedrijf te starten. Helemaal wanneer je ouders een melkveebedrijf hebben en je later in de nertsen belandt. De vader van Anja zag dat de passie van zijn dochter lag bij de verzorging van dieren maar ook dat het hart van Martien, de verkering van Anja, niet bij melkvee lag. De ouders van Martien hadden namelijk een nertsenbedrijf. En daarom besloot de vader van Anja zijn gevoel te volgen. Anne vertelt trots: ‘Opa vroeg aan ons mam ‘Wat als ik een vergunning aanvraag voor een nertsenbedrijf?’ Het antwoord was voor ons mam direct duidelijk, ze stopte met haar werk als doktersassistente om met hart en ziel te gaan voor de nertsen. ’Samen runnen Anja en Martien hun nertsenfarm in De Rips. Sinds vorig jaar zien ze dat ook het hart van hun dochter Anne bij de nertsen en het bedrijf ligt.
Hoe ontdekte je dat je stagebegeleider al die tijd gelijk had?
Anne zegt: ‘Ik begon in de lente met het werken op de farm, de moederdieren zijn dan net bevallen van de pups en het is een erg drukke periode. Ik was klaar met school en ons pap kon wel wat hulp gebruiken. Heerlijk vond ik het, vanaf het eerste moment! Het grote voordeel was dat ik zo met de dieren mee opgroeide: nertsen zijn namelijk niet de makkelijkst hanteerbare dieren. Ik had al snel mijn eerste bijtwondjes te pakken. Maar het voelde vanaf het begin heel natuurlijk om met deze dieren te werken. Met name de zorg voor de dieren vind in het allerleukst, ik wil ze één voor één zien en zeker weten dat het goed met ze gaat. Ik zat al snel dagelijks op de voermachine, daardoor heb ik overzicht en kan ik alle dieren controleren. Toch heb ik op het begin steeds in mijn achterhoofd gehouden dat het werken bij de nertsen tijdelijk was. Want na de pupstijd wilde ik toch gaan solliciteren binnen het vakgebied waar ik voor heb gestudeerd. Maar die sollicitatie is er nooit gekomen. Mam schoof op een gegeven moment de krant onder mijn neus met een vacature die bij mijn opleiding paste, een kantoorbaan. Misschien iets voor jou Anne? Ik kreeg er echt kippenvel van. Mijn eerste gedachte was; ik heb hier geen tijd voor, ik moet nog zoveel doen op de farm! Het voelde niet goed en ik besefte me toen dat het helemaal niet nodig is om iets met mijn opleiding te doen. Ook al zeggen mensen tegen mij: het is zonde van je HBO opleiding. Voor mij is het duidelijk, ik wil niets anders dan onze dieren verzorgen.’ Zegt ze met twinkelende ogen.
Van de stad terug naar het platteland
Dat Anne zo gepassioneerd voor de dieren zorgt heeft moeder Anja verrast. ‘Anne is van de stad; lekker shoppen, terrasje pikken, uitgaan; ze was graag weg. Opeens zegt ze na drie jaar haar kamer op in Eindhoven en woont ze weer thuis. Niet alleen wonen, ze werkt ook elke dag mee. Dat had ze nog nooit gedaan. Ik dacht: Als dat maar goed gaat, moeder en dochter samen op het bedrijf. We zijn zo verschillend. Maar we voelen elkaar ook goed aan. Ik zag hoe fanatiek Anne de dieren verzorgde en wat dit met haar deed. Zelfs na het uitgaan ging ze nog even langs de pups om te kijken of ze nog extra verzorging nodig hadden. Het werd steeds duidelijker dat Anne zich zo thuis voelt in de pelsdierhouderij dat we op een gegeven moment zeiden: “Laten we het samen proberen”. Ik gun Anne de ruimte om te onderzoeken en om zich te ontwikkelen. We laten haar zelf zwemmen. Als ze een idee heeft zeggen we: probeer maar, we kunnen altijd weer terug naar de oude situatie. Als we niet proberen, verandert het nooit.’ Anne werkt nu veel samen met haar vader Martien. Moeder Anja verzorgt alles rondom het bedrijf en in het bedrijf zorgt zij voor de kwaliteitsselectie van de dieren.
Visie en uitdaging
In een jaar tijd heeft Anne haar passie gevonden en ook al een duidelijke visie ontwikkeld. ‘De verzorging van de dieren is echt mijn ding. Ik wil komende jaren het bedrijf verder ontwikkelen, niet groeien in aantallen maar wel in de kwaliteit van ons eindproduct; betere moeders, meer pups, minder uitval, betere gezondheid, grotere nertsen, meer verschillende kleuren etcetera. Ook in de communicatie rondom de pelsdierhouderij zie ik uitdaging. Ik wil graag de realiteit laten zien. Soms ga ik de discussie met tegenstanders van de pelsdierhouderij niet aan omdat ik geen ruimte voel voor mijn verhaal. Ik wil heel graag open zijn en mijn trots laten zien. Het liefst zou ik mijn bedrijf open stellen voor mensen.
Aan mijn sleutelbos hangt een hartje van nertsenbont, als ik dit in een groep mensen op tafel leg merk ik heel snel of mensen wel of niet open staan voor een gesprek. Van mij mogen mensen tegen zijn en ik luister dan ook naar hun verhalen en argumenten. Andersom verwacht ik dan ook van mensen dat ze met respect luisteren naar mijn verhaal. Onlangs zei een vrouw tegen me: ook al heb je een nertsenfarm, toch ben je een aardig mens. Tja, dat deed pijn en deed me weer beseffen dat je er soms ook niet doorheen komt. Aan de ander kant maken deze situaties me ook weer sterker. Afgelopen zomer ben ik naar de Fur Creativity Summer School geweest in Griekenland. Tijdens deze summer school heb ik samengewerkt met modeontwerpers uit heel Europa. Heel gaaf om mee te maken! Het is zo mooi dat mensen uit de hele keten bij elkaar komen om van elkaar te leren. Het was een hele verademing om je niet te hoeven verantwoorden of verdedigen over het houden van nertsen. Er zijn zoveel misverstanden over onze sector. Maar ook bij de designers merkte ik dat er veel kennis en achtergrond mist over bont. Ik probeer ze hierbij te helpen door mijn ervaringen en kennis te delen zodat de juiste informatie over onze sector wordt verspreid. Het was zo’n mooie ervaring dat ik me ook voor dit jaar wederom heb aangemeld.’
Waarschijnlijk wordt de pelsdierhouderij in Nederland per 1 januari 2024 verboden. En dan?
‘Dan ga ik in het buitenland verder’, zegt ze resoluut. Waar weet ze nog niet. ‘In ieder geval in een land waar de politiek veilig is zodat ik niet weer binnen een paar jaar weg moet. Het eventuele verbod van 2024 zorgt ervoor dat je heel erg bezig bent met de komende tien jaar, in onderlinge gesprekken, in beslissingen en investeringen, in je hele koers. Het geeft veel onzekerheid, je kunt niet vooruit maar staat stil. Ik heb tegen mijn vriend gezegd: “als je bij mij blijft, weet dat er een grote kans bestaat dat ik in het buitenland verder ga”. Als ik in het buitenland onderneem zou ik nog steeds niet willen groeien in aantallen maar wel in kwaliteit van de dieren. Weet je, voor hetzelfde geld verandert het verbod de komende jaren, niets is zeker. Ik wil me er niet te druk om maken; wie dan leeft, wie dan zorgt. Mijn levensmotto is: “Hard werken, goed zijn voor jezelf en af en toe een fisje". Ik ben nu heel tevreden en dat is veel waard.’