“Eerlijk gezegd voel ik mezelf geen jonge held”, zegt Sander aan het begin van het interview. Hij eindigt het gesprek met: “de mensen in de varkenshouderij zijn veel te bescheiden, we zouden veel meer onze trots mogen uitdragen…” Geen Jonge Held? Is dat niet een beetje te bescheiden Sander? Op deze plek in de tekst zou een emoticon met een knipoog op z’n plaats zijn. Wij vinden Sander namelijk zeker wel een Jonge Held. Waarom? Omdat hij een jonge agrarische ondernemer is die weet wat bij hem past, een duidelijke visie heeft en zich ervan bewust is dat je als varkenshouder niet zonder een goede relatie met de omgeving kan.
Die duidelijke visie liet hij op de basisschool al horen. In groep 6 wist Sander zijn klasgenootjes tijdens zijn spreekbeurt al te vertellen: “Ik word boer!” En het pad daarnaar toe was ook al bekend: ‘Na groep 8 ga ik naar de HAVO of VWO en dan naar de HAS. Na mijn opleiding Akkerbouw zoek ik eerst een baan, mijn ouders zijn dan nog jong en ik ben dan thuis nog niet nodig. Daarna neem ik het bedrijf over’. En zo ging het. Sander volgde zijn uitgestippelde pad. Met één kleine wijziging, want in plaats van de studie Akkerbouw studeerde hij af aan de opleiding Dier- en Veehouderij. Na zijn studie begon hij als vertegenwoordiger bij CHV landbouwbelang. Toen hij voelde dat hij thuis nodig was, stopte hij bij CHV en ging thuis enthousiast aan de slag.
Samen met zijn vader, moeder en twee medewerkers zetten ze het gemengd bedrijf rond. Het varkensbedrijf is verdeeld over twee locaties. Thuis houdt de familie de zeugen en een derde van de vleesvarkens. De andere vleesvarkens staan in een gehuurde stal in Hooge Zwaluwe. Sander is erg tevreden met de huidige situatie. Een gesloten bedrijf zorgt ervoor dat er overzicht is in het bedrijf en geeft verschillende voordelen. ‘We kunnen zelf het varkensras kiezen waarmee we graag werken, de biggen die hier geboren worden blijven op het bedrijf en de omvang is voldoende zodat we geen extra biggen hoeven aan te kopen. Doordat we er tussen de biggen en de vleesvarkens een handelaar uithalen blijft de marge op het bedrijf. De akkerbouwtak is niet groot maar speelt wel een grote ondersteunende rol voor het bedrijf. We gebruiken de tarwe als voer voor de varkens. De tarwe malen we zelf. Daarnaast kopen we bij verschillende akkerbouwers extra tarwe in. Bij deze akkerbouwers kunnen we de mest van de varkens kwijt. Door de mest wordt de grond gevoed. Het voeren van de vleesvarkens hebben we compleet in eigen hand. Hierdoor hebben we geen mengvoer leverancier nodig wat ons kosten bespaart. De aardappelen worden verkocht aan een frietfabriek.’
Een nieuwe wending
‘Mijn opa had ook een gemengd bedrijf, hij was akkerbouwer en had een aantal koeien. Mijn vader is van nature een akkerbouwer. Deze tak had niet de juiste basis om uit te breiden, daarom zijn we begonnen met het bouwen van een varkensstal. Het varkensbedrijf hebben mijn ouders met kleine stapjes uitgebouwd. Op het moment dat ik startte met mijn opleiding aan de HAS hadden we 250 zeugen. In 2006 zijn we uitgebreid met 3.000 vleesvarkens. We konden toen nog geen gesloten bedrijf zijn omdat we te weinig biggen opfokten voor de 3.000 plaatsten. In 2009-2010 zijn we vervolgens uitgebreid naar 750 zeugen. In die tijd ben ik gestopt met mijn baan bij de CHV. Gelukkig hebben we nu varkens want werken met dieren vind ik erg mooi. Als je jong bent is het rijden op een tractor reuze interessant. Toen ik ouder werd verschoof die interesse naar de dieren. Nog steeds rijd ik tractor in de pieken op het land of gewoon als hobby. Dat vind ik mooi om te doen maar mijn hart ligt duidelijk bij het varkensbedrijf.’
Sander woont sinds juli 2015 samen met zijn vriendin Marjolein op het bedrijf. Daarvoor woonde ze vier jaar samen in het dorp. ‘Het voelt prettig om letterlijk dichtbij de dieren te zijn. Marjolein werkt fulltime als procesbegeleider in het Jeroen Bosch ziekenhuis in ’s Hertogenbosch. Zij doet net als ik iets wat ze graag doet. Een baan waar ze voldoening en energie van krijgt. Ze is altijd welkom op het bedrijf in de toekomst, die keuze ligt compleet bij haar.
Familiebedrijf en arbeid
Vader Ad en Sander werken fulltime op het familiebedrijf samen met twee medewerkers. Moeder Mieke helpt zoon en man in het weekend. Sander is verantwoordelijk voor de zeugen en Ad voor de vleesvarkens en de akkerbouwtak. Één medewerker helpt Sander met de zeugen en de andere medewerker is als het ware de vliegende kiep van het bedrijf. De eigenaar van de gehuurde stal brengt ook arbeid in en voert de vleesvarkens op die locatie. Veel van het landwerk verzorgt familie van den Heijkant zelf. Alleen het poten en de oogst van de aardappelen en tarwe laten ze doen door een loonbedrijf. ’Op deze manier geven we een passende invulling aan de arbeid die het bedrijf met zich meebrengt. Gelukkig blijft er ruimte over om na te denken over de toekomst. Dat vind ik erg belangrijk. Samen kijken we vooruit, naar de mogelijkheden van ons bedrijf. Als we mogelijkheden ontdekken, gaan we op onderzoek uit. Wij stappen niet zomaar ergens in. We zijn berekenend in onze keuzes. Half werk bestaat niet voor ons, wij doen het niet of we doen het goed.’
Welke mogelijkheden zijn er voor jullie zoal?
‘Wij zijn geen mensen om voor de bulkmarkt te produceren. Maar je ziet me ook niet in de echte nichemarkt stappen. Vlees verkopen op de markt bijvoorbeeld past niet bij mij omdat rechtstreekse verkoop niet mijn ding is. De markt tussen bulk en niche is onze markt. Een mooie markt om te verkennen. Het concept ‘Beter Leven’ bijvoorbeeld past heel goed bij ons. Wij vinden dierwelzijn en duurzaamheid belangrijk, dit moet echter wel praktisch en financieel haalbaar zijn op onze locatie. Omdat we tijdens de bouw rekening gehouden hebben met eisen en regels die nog konden komen was de drempel vrij laag om in te stappen. Grote investeringen waren niet nodig en het concept brengt wel meerwaarde voor ons product.
De prijzen in de varkenshouderij hebben pieken en dalen. Ons doel is een bedrijf wat er technisch en financieel goed voor staat. Op deze manier ga je met vertrouwen een dal in. De omvang van ons bedrijf is goed. Ik hoef niet persé te groeien in aantal maar wil wel blijven ontwikkelen. We kunnen nog veel kanten op. Zo kun je denken aan kansen op gebied van energie, mestverwerking of juist een mooi nieuw concept. We willen ons product zo goed mogelijk verkopen en de kosten in de hand houden.’
Hoe zie je de toekomst?
‘We hebben net een erg drukke periode achter de rug. Vijf jaar geleden hebben we onze nieuwe stal gebouwd. Afgelopen jaar zijn Marjolein en ik verhuisd naar de boerderij en hebben we het huis verbouwd en eigen gemaakt. Daarnaast zijn we ook dat jaar gestart met de huurstal. We hebben nu geen nieuwe bouwplannen, zo’n traject kost al gauw vijf jaar en het bouwblok aan huis is vol. Het is nu essentieel om alles op de rit te krijgen, de puntjes op de i te zetten. In de toekomst kunnen we wellicht de thuislocatie verder ontwikkelen. Mijn vader werkt nog zeker een aantal jaren tussen de varkens en nog veel langer op het land. Naast het bedrijf ben ik actief bij zowel de lokale ZLTO afdeling als in de vakgroep varkenshouderij van ZLTO. Hier heb ik ontzettend veel van geleerd. De komende jaren ga ik dit langzaam afbouwen en werken we naar de bedrijfsovername toe.’
Stel dat je jouw bedrijf op kan tillen en overal kan neerzetten waar je maar wil
Nou… ik ben eigenlijk best tevreden met deze plek. Mijn vrienden wonen dichtbij, het uitzicht is prachtig en zakelijk gezien zitten we hier ook goed door het varkensarm gebied.
Oké en als geld of regelgeving geen probleem zou zijn?
Tja… Sander denkt na en geeft niet meteen antwoord. ‘Ik zou het niet weten. Ik zou niet gigantisch veel veranderen. Misschien iets eerder keuzes maken, de thuislocatie verder ontwikkelen en wat meer vrij in het weekend. Maar of ik dat vol hou durf ik niet te zeggen’, zegt de ondernemer met een lach.
Komt ontspanning in jouw woordenboek voor?
‘Met een levende haven aan huis zijn de dagen vaak hectisch. Als ik ons huis binnenstap voel ik echt dat ik thuis kom en kan ik me ontspannen. Ik vind daar de rust maar ook de gezelligheid met Marjolein en niet te vergeten onze hond Tess.’ Daarnaast heb ik altijd heel fanatiek aan waterpolo gedaan. Twee keer in de week trainde ik en in het weekend ging het los tijdens de wedstrijd. Als ik het water raak wil ik alleen maar winnen. Voor het trainen heb ik nu geen tijd meer maar ik sla nog steeds geen wedstrijd over. Ontspanning vind ik ook door met vrienden gezellig een pilsje te drinken.
Heb je een Levensmotto?
‘Een citaat schud ik niet 1, 2, 3 uit mijn mouw. Maar ik kan hier zeker iets over zeggen: je moet dingen doen waar je plezier aan beleeft, zorgen dat wanneer je uit je bed stapt je zin hebt om de dingen te doen die je moet doen, niet met tegenzin werken en niet te veel laten. Wij gaan twee keer per jaar op vakantie, in de zomer en winter. Dat gunnen we onszelf. Ik wil gewoon tevreden zijn. Al schuurt dat ook wel met mijn ondernemersdrive. Als ondernemer ben je niet snel tevreden en wil je het altijd beter doen. Die balans is mijn uitdaging.’
Wat wil je met de wereld delen?
‘De varkenshouder is regelmatig negatief in het nieuws. Ik denk dat wij als varkenshoud(st)ers het verschil kunnen maken. We zijn onze trots kwijt en die moeten we terug zien te krijgen. Boeren zijn van nature bescheiden mensen en niet gewend om naar buiten te communiceren. Dit kunnen we zeker verbeteren! We mogen de burgers meenemen in ons verhaal: wat doen we en waar willen we naar toe? Ons verhaal mogen we met trots uitdragen. Wij kunnen de realiteit laten zien en uitleggen dat we niet terug kunnen naar de tijd dat boeren een paar varkens hielden in een strohok. We zijn met de wereld mee gegroeid. Ik ben niet iemand die graag op een podium klimt en het grote publiek toespreekt maar ik geef wel mijn eigen invulling aan het uitdragen van mijn trots. Ik doe elk jaar mee met Tour de Boer en vertel op feestjes over mijn vak. Zo heb ik laatst nog een rondleiding gegeven aan de collega’s van Marjolein en aan mensen die ik gesproken had op het feest van mijn schoonouders. Ook willen we het aanzicht van ons bedrijf aanpakken. We zijn ons ervan bewust dat je met het uiterlijk van het bedrijf ook direct communiceert naar de buitenwereld.’
Stip aan de horizon
‘Tot slot zou ik heel graag met onze sector en de overheid een stip aan de horizon zetten. Hoe kunnen we de sector verduurzamen met z’n allen? Het is noodzakelijk dat daar duidelijkheid in komt zodat we met z’n allen weten waar we naar toe werken.’