Aangekomen op het biologisch akkerbouwbedrijf van de ouders van Max in Oudemolen, zegt Max: “hier wonen mijn ouders, ik woon 200 meter verderop”. Dat verbaasde me eerlijk gezegd, ik ben nog maar weinig jonge ondernemers tegen gekomen die op 25 jarige leeftijd op zichzelf wonen. En… hij woont er al 2 jaar!
Als we in de woning staan van Max val ik in de volgende verbazing, ik kijk door elk raam uit op akkers. De akkers waar Max en zijn vader hun biologische producten verbouwen. ‘Opa had een gangbaar gemengd bedrijf met akkerbouw en melkkoeien, mijn vader heeft het overgenomen en in 1999 zocht hij een nieuwe uitdaging. Die uitdaging vond hij in de biologische landbouw. Hij was benieuwd of hij ook kon produceren zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen. In 2000 schakelde hij over van gangbaar naar biologisch.’ Max is opgegroeid met het biologische telen en zou niet anders willen. ‘Ik vind deze manier van telen net als mijn vader, een uitdaging. Sowieso vind ik het fascinerende aan de akkerbouw dat één zakje zaad een volle vrachtwagen producten kan worden. Omdat we geen bestrijdingsmiddelen gebruiken is het belangrijk kort op de groei van onze gewassen te zitten om te verkomen dat de gewassen onder het onkruid schieten. Daarom controleren we onze percelen tijdens het groeiseizoen dagelijks. Het onkruid in de gewasrijen verwijderen we met de hand en is dus arbeidsintensief. Met z’n tweeën kunnen we het onkruid niet bij houden, daarom werken we in de zomer met 6 tot 8 scholieren en Poolse werknemers.’
Vertel eens iets over jullie gezin.
‘Met mijn broer Bart voetbal ik, we hebben verschillende interesses maar we kunnen goed met elkaar overweg. Mijn zus Marloes heeft het syndroom van down. Ze heeft het vermogen van een kind van drie jaar. Ze begrijpt heel veel maar kan niet praten. Dat vind ik vooral jammer voor haar. Praten zou makkelijker voor haar zijn geweest om uit te leggen wat ze bedoelt. Ik vind het knap hoe mijn ouders hiermee omgaan. Ik vind dat Marloes ons gezin verrijkt. Zusje Veerle zit op de middelbare school en woont nog thuis. Mijn moeder begeleidt mensen met een handicap en zorgt voor het huishouden.’
Samenwerken en leren van elkaar
Zijn jouw broer of zussen geïnteresseerd in het bedrijf?
“Nee helaas niet”. Helaas niet? Is het niet makkelijker om alleen het bedrijf over te nemen? ‘Ik zou het wel leuk gevonden hebben om samen te werken. Van elkaar kun je leren. Samen ben je sterker. Dat merk ik ook in de samenwerking met mijn vader. Na mijn studie in Breda besloot ik nog niet thuis te gaan werken. Mijn vader was nog erg jong. Ik heb toen nog 1 jaar doorgewerkt bij de loonwerker waar ik tijdens mijn studie werkte en ben daarna via via terecht gekomen bij een collega boer in de Flevopolder. Een super tijd!’ Roept Max enthousiast. ‘Het is gezond om los te komen van het ouderlijk bedrijf. Die afstand creëert nieuwe inzichten. Ook word je zelfstandiger. Ik woonde twee jaar lang in een huisje op het erf van de boer en boerin. Daarna voelde ik dat ik er klaar voor was om thuis te gaan werken. Mijn vader en ik spraken af een half jaar proef te draaien. Het ging eerlijk gezegd meteen goed! We hebben samen meer capaciteit, we sparren veel en benutten elkaars kwaliteiten. Ik voelde ook direct de mogelijkheden en de uitdaging om te groeien in grond. De biomarkt groeit en ik wil graag meegroeien, daar ligt echt potentie. De afnemer komt liever 10 hectare wortelen halen dan 5. Over mijn ambitie te groeien hebben mijn vader en ik veel gesproken. Hij zag het niet direct zitten om uit te breiden wat ik wel kan begrijpen. Hij kwam uit de tijd dat hij zijn handen vol had aan de teelt. Door er veel over te spreken en de ervaring dat onze samenwerking werkt werd ook hij steeds enthousiaster. Afgelopen twee jaar hebben we de groei ingezet en een paar hectare aangekocht’, vertelt Max trots. Het zou mooi zijn als we over 10 jaar groeien naar de 100 hectare. We zullen zien hoe het loopt.
Hoe kan het dat de samenwerking tussen jou en je vader zo goed gaat?
Max denkt na. Na een tijdje haalt hij zijn schouders op. Het gaat gewoon goed. We vullen elkaar aan.
Heb je tips aan anderen voor zo’n fijne samenwerking?
Max zegt nu zonder na te denken: ’Elkaar de ruimte geven. Dat is álles. Mijn vader moedigt me aan en laat me vrij zodat ik me kan ontwikkelen. Als hij ziet dat iets fout dreigt te gaan, trapt hij af en toe op de rem en zegt: “dat kun je beter anders aanpakken, Max”. Soms ook niet, hij geeft ook ruimte om te falen, dat is niet altijd leuk maar wel erg leerzaam. Ik denk ook dat je als bedrijfsopvolger moet oppassen met te eigenwijs zijn en je vader en/ of moeder ook voor een deel mag volgen. Zij zijn degene met de meeste levenservaring. Misschien helpt het ook dat we allebei geen haantje de voorste zijn. Al ben ik soms als het tegenzit wel een driftkikker. Dan vloek ik een paar keer en heb ik een aantal minuten voor mezelf nodig. Mijn vader blijft altijd rustig en is meer een prater. Als we het niet eens zijn met elkaar gaan we in gesprek en komen we er altijd samen uit.’ Max heeft nog meer tips, hij legt uit dat ze ieder eigen verantwoordelijkheden hebben. Anne-Willem is verantwoordelijk voor de zakelijke contacten en afspraken en stuurt het personeel aan in de zomer. Max houdt zich vooral bezig met het landwerk en het onderhouden van de machines. In deze verdeling is wel een verschuiving gaande. De zakelijke contacten neemt Max stap voor stap over. ‘Die verschuiving doet ons beiden goed. Ik zie dat mijn vader het waardeert dat hij steeds meer vrije tijd krijgt en ik wordt steeds meer ondernemer.’
Wat is de grootste verandering op het bedrijf sinds jij thuis werkt?
Er verschijnt een brede glimlach op het gezicht van Max. ‘We doen meer landwerk zelf omdat ik dat leuk vind! Heerlijk op de tractor. Door de voorruit zie je de oude situatie en door de achterruit zie je direct het resultaat van de machine en hoe de grond er netjes bij ligt. Dat geeft me voldoening.’
Heb je ook plannen gehad die anders zijn gelopen?
Max knikt en begint te vertellen. ‘Grasklaver zorgt voor de basis van onze grond. Dit gewas zorgt er in twee jaar dat de grond structuur en stikstof krijgt. Door deze basis kunnen we vier jaar producten verbouwen op de grond. Om de grond te voeden gebruiken we vaste mest (mest met stro). Goede vaste mest is namelijk onmisbaar voor onze grond. De vaste mest voedt de grond met mineralen zodat onze gewassen goed kunnen groeien. Dit halen we nu bij biologische melkveehouders. Om de cirkel rond te maken hebben we overwogen zelf een koeien- of geitenstal op ons erf te zetten. Ik ben naar Frankrijk gegaan om te onderzoeken of het werken met koeien iets voor mij was. Familie van ons hebben daar een melkveebedrijf. Een nuttig onderzoek want ik voelde al snel dat koeien melken niet mijn ding is. Daarom hebben we besloten dit plan een plan te laten. Ik denk dat het goed is dichtbij jezelf te blijven. Het is beter datgene te doen wat bij ons past dan wat alleen bij het bedrijf zou passen.’
Hoe zie je de toekomst?
‘Ik heb er zin in! Ondernemer zijn is het mooiste beroep wat er is. Je kunt zelf je tijd indelen, de afwisseling is groot, het telen is leuk, het werken met machines is mooi en ik vind het een uitdaging om contracten te maken met afnemers. Het bedrijf wil ik verder perfectioneren, de lijn waarin we zitten doorzetten Er is niet iets wat ik écht moet. Ik geloof dat kansen op je pad komen. De kansen die we krijgen pakken we met vier handen aan en gaan daar dan voor de 100% voor. Als mijn vader uit het bedrijf stapt zou ik daarom graag met vast personeel gaan werken. Op die manier kan ik blijven sparren. Mijn vriendin Wilmiek en ik wonen dan op de boerderij. Wilmiek is opgegroeid op een glastuinbouwbedrijf en werkt nu als fysiotherapeut. Ze doet haar eigen ding. Dat heeft mijn moeder ook altijd gedaan.’
Hoe vindt Wilmiek het dat je ondernemer bent?
‘In het voorjaar en de zomer is het druk en ben ik zoveel mogelijk op ons bedrijf, ook ’s avonds. Dat is voor haar minder gezellig. De zomervakantie is ook wel een puntje. Ik ben het liefst in de zomer op het bedrijf en Wilmiek wil graag met vakantie. Mijn moeder stimuleerde me dit jaar om gewoon te gaan. Dat was erg goed. Ik moest het bedrijf loslaten en de vakantie was super! In de winter kan ik gelukkig veel compenseren, dat is een relaxte tijd. Dan is het voornaamste om te werken aan het onderhoud van de machines. Nu verhuur ik mezelf nog als ZZP-er in de winter. Maar over een aantal jaar stop ik daarmee. In het weekend hebben we meer tijd samen, we voetballen allebei en gaan regelmatig uit. Het leukste vind ik om met Wilmiek op vakantie te gaan maar ook gewoon samen thuis zijn is gezellig. Ik hou er ook van om samen met vrienden weg te gaan naar bijvoorbeeld een festival of voetbalwedstrijd.’
Wat als je het bedrijf kon oppakken en neer mocht zetten waar je maar zou willen?
‘Nou ik zit hier goed!’ zegt Max vastberaden. ‘De grond is fijn in West-Brabant, het gebied divers, ik wil hier niet weg.’
En wat als je een miljoen zou winnen?
‘Ik zou hier lekker blijven boeren. Met het geld koop ik nieuwe grond aan, zet ik een mooie schuur en koop mooie trekkers. Een zwembad in de tuin en een wintersporthuisje lijken me ook wel wat. Maar zonder dat alles ben ik al gelukkig!’
Geen woorden maar daden
Als ik vraag naar het levensmotto van Max dan hoeft hij niet lang na te denken. ‘Geen woorden maar daden. Gewoon doen’.
JH#18 Max Maris
Jonge Helden
JH#18 Max Maris
12 september 2016
# 25 jaar
# Familie: Anne-Willem (51), Jolanda (51), Bart (23), Marloes (20), Veerle (16)
# Bedrijf: biologische akkerbouw (70 ha grond, aardappelen, grasklaver, wortelen, plantui, suikermaïs)
# Woont in: Oudemolen (Noord-Brabant)
# Studie: plantenteelt aan MAS in Breda, BBL (4 dagen werken, 1 dag naar school)
# Heeft een relatie met Wilmiek (22)
Social Media