Aan de keukentafel van het gezin van Welie zit onze jonge held Leon van Welie. Naast hem zit een jonge heldin, zijn zus Dorien. Het is duidelijk, bij deze broer en zus zit het ondernemen in het bloed. Het is een gezellige boel in de keuken, om de haverklap rinkelt de winkelbel en is die bel stil dan rinkelt de telefoon. Ik hoor geen bel. Ik hoor alleen het enthousiaste verhaal van Leon en Dorien. De energie spat ervan af. Leon wil verder in het familiebedrijf op een manier die bij hem past. Ook Dorien, die nu nog commerciële economie studeert, ziet mogelijkheden voor haar op het familiebedrijf. “Als Leon me nodig heeft, ben ik er”, zegt ze kordaat. Leon en Dorien zijn twee handen op één buik. Ze kunnen het goed vinden met elkaar en praten samen over de potentie die ze samen zien in het bedrijf. Die toekomstplannen gaan niet over een hectare appels bijplanten, nee die gaan over een experience centrum inclusief een proeflokaal voor de likeuren van het merk Leon en iets met muziek, beleving en emotie…

Het familiebedrijf heeft vier poten die elkaar versterken. “Net als een tafel”, legt de nuchtere Leon uit. ‘Een tafelblad heeft die 4 poten nodig om een sterke tafel te kunnen zijn. Poot 1 is de fruitteelt, de oorsprong. De volgende poot is het koelhuis, waarmee we onze producten bewaren en wat ons de vrijheid geeft om over onze appels en peren te beschikken wanneer we dat zelf willen. De derde poot is de boerderijwinkel waarin we hoofdzakelijk fruit en groente verkopen. De nieuwste poot, last but not least, is de destilleerderij. Deze poot maakt de cirkel rond. Het fruit wat niet geschikt is voor de verkoop wordt verwaard tot likeur.’ Niet zomaar likeur, “likeur met de naam Leon”, zegt Leon trots.

Voor we verder gaan, een stap terug in de tijd.<br> Vader Theo en moeder Karin zijn beiden opgegroeid op een fruitbedrijf. Hij in het Land van Maas en Waal, zij in Stevensbeek. Het huidige bedrijf staat op het perceel van de familie van Karin. In 1956 zijn de ouders van Karin daar gestart met fruitteelt. Na het overlijden van opa in 1980 is het bedrijf opgeheven. In 1987 zijn Karin en Theo getrouwd en samen hebben zij een nieuwe start gemaakt. De geschiedenis herhaalt zich op precies dezelfde locatie. In 1989 zijn de eerste bomen geplant en in 1990 beginnen ze met huisverkoop van appels en peren. Ze bouwden het bedrijf verder uit tot drie tafelpoten: de teelt, het koelhuis en de boerderijwinkel. De volgende generatie dient zich aan met nieuwe plannen en een vierde tafelpoot.

Hoe kom je erbij om te gaan destilleren?
‘Mijn doel was om appelboer te worden. Als opleiding kon ik kiezen voor de vakschool in Geldermalsen en een agrarisch economische opleiding in Helmond. Om te kiezen voor de vakschool was voor de hand liggend. Daar zou het elke dag gaan over één ding: fruit. Maar ik ben juist iemand die breder wil kijken dan alleen fruit. Ik vind het ook leuk om meer te zien. Daarom heb ik gekozen voor de school in Helmond. Daar kwam ik verschillende mensen tegen zoals een champignonkweker, boomteler en een plantenteler. Die andere verhalen vind ik juist interessant. Hoe pakken zij het ondernemen aan? Hoe gaan ze met de kostprijs om? We kregen les in verschillende teelten en bezochten elke week een ander bedrijf. Zo ben ik ook op een tomaten- en komkommerbedrijf geweest en maar op één fruitbedrijf. Ik ben van mening dat je leert van verschillende ondernemers met ieder een eigen perspectief. Je leert van elkaar en je wordt geïnspireerd door de verschillen. Tijdens mijn examen kreeg ik een examinator uit Geldermalsen. Hij zei tegen me: “Leon je zit op de verkeerde school”. “Nee hoor”, antwoordde ik, “ik zit op de juiste school voor mij”. Tijdens mijn stages heb ik bij andere fruittelers gewerkt, bij een adviesbedrijf in de fruitsector en bij een sapverwerkingsbedrijf in Groningen. De begeleider van het laatste bedrijf stimuleerde me over mijn ondernemerschap na te denken en stelde vragen als: “Waar wil je met je bedrijf naar toe?” en “Zou je naar het buitenland willen?” Nou dat zag ik wel zitten! Waarom niet?’

‘Op dat niveau had ik ook gesprekken met mijn vader. Hij kwam met de vraag of destilleren niet iets voor mij zou zijn. Dat stond me aan. Sowieso vind ik het een uitdaging om meerwaarde te creëren en dit zou iets kunnen zijn. Het balletje is gaan rollen. Via een verkoper van ketels kwam ik in Zuid-Duitsland terecht op een bedrijf met 400 hectare grond, een hotel, een restaurant en een destilleerderij. Ik ben daar een half jaar geweest en heb ontzettend veel geleerd. Ik wilde ervaren of het destilleren iets voor mij zou zijn.’ De missie was geslaagd want Leon antwoord op mijn vraag: Wat vond je de mooiste ervaring? “Het leren fruit stoken!” zegt hij enthousiast. Hij vertelt verder. ‘Na mijn studie, 3 jaar geleden, wilde ik ervoor gaan. Ik ben aan de slag gegaan met het aanvragen van de vergunning bij de gemeente, het regelen van een accijnsnummer bij de douane, het aanschaffen van de ketel en het investeren in marketing. Het had wat voeten in aarde maar afgelopen jaar is de vergunning dan toch afgegeven en kunnen we aan de slag.’ Zegt hij met een trotse blik in zijn ogen. Ook bij Dorien zie ik diezelfde trots.

En het werk op het bedrijf ging ondertussen gewoon door?
‘Dat ging inderdaad door. Het was ook wel wennen hoor. Ik kwam net van school en moest even mijn plek zoeken op het bedrijf. In die tijd begonnen we met het snoeien van de bomen, dat gebeurt altijd van oktober tot en met april. Ons pap en ik snoeien dan 10 hectare. Gelukkig krijg ik de ruimte van mijn vader om in het ondernemen te groeien. Hij laat me ontdekken en ook fouten maken. Onze taken zijn als volgt verdeeld: ons pap zorgt voor het fruitteeltbedrijf, de koeling doen we samen, voor de winkel hebben we personeel, de destilleerderij is mijn afdeling en ons mam zorgt voor de administratie en springt bij in de winkel. Soms botst het maar we komen er altijd samen uit. Ik denk dat het belangrijkste van alles is dat je iets op het bedrijf hebt waar je schik in hebt. Op sommige bedrijven zie ik dat degene die het bedrijf overneemt alles doet vanuit de visie van de vader en/ of moeder. Het is nodig om je eigen visie te ontwikkelen en het bedrijf voort te zetten op een manier die bij jou past. Zo hadden Dorien en ik pas een meningsverschil met pap. Hij dacht dat het goed zou zijn om onze likeur af te zetten in de supermarkt. Hiermee creëer je direct volume. Wij vonden dat niet passen bij het product omdat we het belangrijk vinden dat het product persoonlijk is en blijft. Het is goed om hier samen over te praten. Je inspireert elkaar en zo blijf je groeien.’

Zijn er factoren waar je je zorgen om maakt?
‘Arbeid is de duurste factor in het teeltproces. Ik denk dat daar de uitdaging ligt voor een agrariër. De technische ontwikkelingen gaan snel en het is mogelijk steeds slimmere robots in te zetten. Maar het plukken van het fruit zal handwerk blijven de komende 5 jaar. Of dat over 10 jaar nog zo is durf ik niet te zeggen. Toen wij klein waren duwden we appelkar nog door de boomgaard, nu werken we met een plukmachine. Veel bedrijven in de agrarische sector worden steeds groter en werken productiegericht. Voor mij hoeft dat niet. Ik wil voor de markt uit kijken en zoek liever een niche markt, iets speciaals. Natuurlijk is het spannend, de vraag is: zullen mensen ons product lekker vinden? Gaat het lopen?’

Hoe ga je daarmee om?
‘We zijn druk bezig met het testen of onze likeur aansluit op de doelgroep. Daarom hebben we al veel smaaktesten georganiseerd. Tijdens feestjes nam ik een fles mee en heb mensen laten proeven. De reacties zijn erg positief. Mensen vinden het fantastisch. Daarnaast investeren we tijd en geld in marketing en pr. Met een marketingbureau hebben we het merk ‘Leon’ bedacht en is er een goede website ontwikkeld. Pas vertelde ons iemand dat we één van de weinige agrariërs zijn die durven te investeren in een eigen product. Wij vinden dat mooi en zien dat dat nodig is. Wij willen niet alleen puur likeur verkopen maar ook het verhaal achter het product vertellen. De emotie, de beleving. Dat raakt mensen.’

Wauw een merk met je eigen naam!
‘Ja ik heb er goed over nagedacht of ik dat wel zou willen. In de buurt kennen ze me maar niet in Groningen. Toch hebben we voor deze naam gekozen. Juist omdat ik het hele verhaal wil vertellen, van de boom die hier staat tot en met het stoken. De uitstraling van het product is persoonlijk en puur en ik ben tenslotte degene die het product maakt. Dus het plaatje klopt. Met het vinkje op het etiket geef ik mijn goedkeuring weer en iedere fles heeft zijn eigen nummer.’

Hoe zien jullie de toekomst?
Het fruitteeltbedrijf mag iets groter worden zodat het bedrijf meer onderpand krijgt, de kostprijs willen we hard houden, het koelhuis hoeft niet groter, misschien zelfs wat kleiner zodat ik meer ruimte krijg voor de stokerij. De winkel is nog een vraagteken. Het probleem daar is de dure arbeid en ik weet niet of het aansluit op mijn toekomstvisie. Daar zou een slijterij met bijpassende producten midden in de stad wellicht beter bij passen. Ik wil meer tijd investeren in de stokerij en als het goed gaat lopen zie ik een proeflokaal voor me in de schuur.’ Doriens ogen beginnen te glimmen. ‘Ik studeer nu nog commerciële economie gericht op event en entertainment. Ik wil daar graag in verder. Als in de toekomst blijkt dat het bedrijf zo groot is dat Leon me nodig heeft. Dan ben ik er! Ik zou de rondleidingen kunnen verzorgen maar hier ook events organiseren. Ik was eerder van plan om naar het conservatorium te gaan. Muziek is mijn passie en ik speel zelf saxofoon. De liefde voor muziek kan ik ook hier kwijt. Het zou super zijn om live muzieksessies te organiseren met een heerlijke likeur en bourgondische hapjes. Zo zet je iets unieks neer waarvan mensen zeggen “dáár was ik bij!”’ Een heel experience centrum waarin mensen de beleving van appel tot likeur kunnen volgen en beleven is een droom voor de broer en zus. Maar zeker geen onmogelijke droom.

Dorien gaat verder. ‘Eerst ga ik nog stage lopen in het buitenland. Ik wil nog veel meer zien van de wereld en leren wat ik kan gebruiken voor dit bedrijf. Ik wil zeker niet bedrijfsblind worden. Het bedrijf is mooi maar niet alles.’

Leon wat doe je als je niet aan het stoken bent?
‘Ik speel waterpolo en schuiftrombone en hou van motor rijden. In de winterperiode is het hier wat rustiger en ga ik skiën. Ik vind het belangrijk om niet alleen maar met werk bezig te zijn. Dat is het gevaar als je ondernemer bent en op het bedrijf woont. Ik weet dus niet zeker of ik wel op het bedrijf wil wonen. Het is zo verleidelijk om dan ’s avonds nog ‘even’ wat te doen. Als je verderop woont, kun je letterlijk afstand nemen, thuis komen, de deur dicht doen en op de bank gaan liggen. Onze generatie mag meer genieten van zichzelf. Onze ouders zijn anders opgegroeid.’ Leon haalt een typisch voorbeeld aan. ‘Binnenkort gaan we samen met ons pap naar een motorweekend. Iemand belde op voor een rondleiding in dat weekend. Pap reageerder automatisch met “ik blijf thuis!”. Dorien en ik hebben hier een stokje voor gestoken.’

Hoe zie je de toekomst van de agrarische sector?
‘Ik hoop dat er veel meer samenwerking komt tussen alle agrarische bedrijven. Ik denk dat we daar sterker van worden, om samen te werken. Het WIJ gevoel mag terug komen, samen zoeken naar oplossingen en niet elkaar de schuld geven. Het zou mooi zijn zo’n beweging te creëren.’

Hoe zou jij daar een bijdrage aan kunnen leveren?
Dichtbij mezelf blijven en uitdragen dat we vooruit mogen kijken op de markt en de afzet zodat we niet afhankelijk zijn. Ik denk dat het nodig is dat mensen hierover boeren inspireren zoals Roger Engelberts en Han Fleuren. Zij kunnen dat uitdragen.’ Dorien vult aan. ‘Ook Leon kan dat. Tijdens de opening van de stokerij afgelopen mei kreeg hij iedereen stil door zijn eigen verhaal te vertellen en zich kwetsbaar op te stellen.’ Leon gaat verder. ‘Roger en Han zijn voorbeelden voor mij. Ze inspireren en kijken anders naar de wereld. Ze zien mogelijkheden. Zij laten zien dat het goed is om open en transparant te zijn.’

Wat als alles mogelijk is en geld geen rol speelt?
‘In 2018 is Brabant de provincie van de gastronomie van Europa. Ik zou dan de destilleerderij groter willen maken en het experience centrum klaar willen hebben om mensen te ontvangen. Verder zou ik mooie hoogstambomen neerzetten, die stralen authenticiteit uit. Ik wil het fruit kunnen laten zien. Iedereen die hier komt laat ik eerst vuile schoenen halen in de boomgaard. Eerst naar de appels, naar het begin in het zand. De emotie van het familiebedrijf.’ Dorien haakt aan. “Als we geld hebben dan willen we met een pendelven festivals afgaan met onze likeur”. Leon straalt van oor tot oor.

www.vanleon.nl

JH#19 Leon van Welie

Jonge Helden

JH#19 Leon van Welie

28 september 2016

# 22 jaar
# Familie: Theo (53), Karin (56), Dorien (20)
# Bedrijf: fruitteelt (8 ha appels, 2 ha peren), koelhuis, boerderijwinkel, destilleerderij
# Woont in: Stevensbeek (Noord-Brabant)
# Studie: Greenport Business aan de Groene Campus in Helmond

Social Media