Ouderlijk bedrijf is sterk gegroeid sinds Leendert van der Velde en zijn broer in de vof kwamen
De jonge Zeeuw Leendert van de Velde (26) uit Dreischor stopt al zijn tijd en geld in het akkerbedrijf dat hij samen met zijn broer en zijn ouders heeft. ‘Je moet er voor 100 procent of meer achter staan.’
Voor Leendert stond het van jongs af aan vast: hij wilde akkerbouwer worden. Ook tweelingbroer Maarten wilde dat. Maar met 70 hectare was het bedrijf te klein voor twee opvolgers.
Tien jaar geleden is daarom de kiem gelegd voor een sterke groei van het bedrijf. ‘We móeten groeien’, hielden ze toen hun vader voor. Die adviseerde om eerst maar eens buiten het bedrijf werk te zoeken. Maar de tweeling hield vol. ‘Wij willen ín het bedrijf. Daarom is het nodig dat het bedrijf groeit. We willen meer omzet, meer werk en meer inkomen.’
Vijf jaar later was het bedrijf gegroeid tot 100 hectare. De broers zaten toen nog steeds op school. Leendert volgde mbo niveau 4. Hij wist toen al dat hij wilde focussen op pootaardappelen. Heel bewust zocht hij daarom stagebedrijven waar hij echt wat kon leren over pootaardappelteelt.
Ook heel bewust wilde hij niet door naar het hbo, mede omdat het bedrijf kansen bood die ze niet voorbij konden laten gaan. Maarten wel, die volgde de HAS. Leendert: ‘Veel mensen zeggen dat je als akkerbouwer eigenlijk wel een hbo-diploma moet hebben. Dat is misschien wel zo, maar het moet vooral ín je zitten. Bovendien leer je op mbo-niveau meer dingen die je in je bedrijf kunt toepassen. Dat past beter bij mij.’ Onder andere via de Pootgoed Academie ontwikkelt hij die kennis verder.
Specialiseren
Inmiddels hebben drie arbeidskrachten jaarrond werk op de vof. De groei zit vooral in pootaardappelen. ‘Dat is mijn ding’, zegt Leendert. ‘Daar wil ik met voor 100 procent op richten. Ik ben een fel en gedreven iemand’. Hij lacht verontschuldigend. ‘Ik zei tegen pa: ‘ik regel de pootaardappelen. Dan kun jij de aandacht volledig richten op de andere gewassen.’
De keus viel op pootaardappelen omdat het een redelijk stabiele teelt is. ‘Het is de uitdaging om met goed vakmanschap goede saldo’s te realiseren. Grond is heel duur. De prijzen van consumptieaardappelen zijn veel grilliger dan van pootaardappelen. Mede daarom kozen we voor pootaardappelen.’ Het gewas paste ook goed omdat het een hogere omzet geeft en een betere benutting van de arbeid.
Broer Maarten ging richting de fruitteelt. Daarom staat er nu 2 hectare kersen naast het erf. Ook dat is een gewas met een hoge omzet en met werk in de winter. Maarten werkt na de HAS deels bij een grote vruchtbomenkweker en deels thuis.
De vennoten stopten met de boerencamping. ‘We wilden ons specialiseren. Daar past de camping niet bij. Er speelde mee dat we niet op een A-locatie zitten. Je moet soms dingen afstoten, soms dingen naar je toe halen.’
De inzet van Leendert is om zo veel mogelijk kilo’s te oogsten van een zo goed mogelijke kwaliteit. ‘We moeten efficiënt en kostprijsgericht telen om aan de groeiende vraag naar voedsel te kunnen voldoen. Daarom heeft grootschalig de toekomst. Dan kun je ook nieuwe technieken sneller rendabel maken.’ Biologisch is niet de oplossing, stelt hij. ‘De grote stroom zal van gangbare landbouw blijven komen. Gangbaar is duurzamer. Biologisch is duurder en de opbrengst is lager. Het is een niche en zal dat blijven.’
De jonge Zeeuw is voortdurend op zoek naar nieuwe kennis waarmee hij zijn bedrijf kan optimaliseren. Soms mist hij die houding bij collega’s. ‘Heel veel boeren zijn een beetje eigenwijs en hebben snel een mening over anderen. Tegelijk doen ze soms tientallen jaren hetzelfde. Maar je moet verder kijken dan je erf.’ Zelf zit hij mede daarom in het ZAJK-bestuur. ‘Dan heb je met de provincie te maken, met ZLTO, met de Rusthoeve en met andere jonge ondernemers. Je pikt dan overal kennis op en je bouwt een heel netwerk op.’
‘Ik ben een gedreven iemand'
Hij vindt zich ‘nog iets te ongeduldig’ om in meer besturen te gaan zitten. Hij draait wel mee in een studiegroep van laboratorium en adviesbureau TTW, met ‘jonge gemotiveerde telers. Hobby’s heeft hij ook, al is de tijd daarvoor beperkt. De beperkte tijd gaat naar skiën en snowboarden en naar een oude Steyr 1090 waarmee hij af en toe trekkertrekwedstrijden rijdt.
‘Mijn werk is mijn echte hobby. Anders zou ik het nooit zo kunnen doen als nu. Je moet er voor 100 procent achter staan. Dat ik gemotiveerd ben, weet iedereen wel hier in de buurt. Ik ben heel fel. Dat merk ik wel.’
De Schouwenaar wil nog wel kwijt dat hij zich geen held voelt. ‘Ik heb niets gewonnen. Ik ben thuis gewoon een speler in een team van ondernemers. Mijn vader heeft het bedrijf toekomst gegeven, waardoor het overgedragen kan worden. Dat hoop ik ook te kunnen doen.’
Groei door landhuur van vaste relaties
Van het huidige areaal van de vof is ruwweg twee derde eigendom en een derde huur. De groei in grond vergde grote investeringen. ‘Waar we kansen kregen om te kopen, hebben we dat gedaan’, zegt Leendert van de Velde. Maar de financiële mogelijkheden om grond te kopen zijn niet oneindig. ‘Daarom proberen we met verhuurders duurzame relaties op te bouwen. Openheid en voldoende communicatie en evalueren met de collega’s van wie we land huren en in deelbouw telen, vind ik heel belangrijk.’
Op Noord-Beveland teelt de vof nu ook pootaardappelen in deelbouw. Van de Velde regelt het uitgangsmateriaal, en poot en rooit de pootaardappelen zelf. Hij moet dan omrijden over de Stormvloedkering over de Oosterschelde, want er mogen geen trekkers over de Zeelandbrug. Daarom zou hij graag willen dat er over de Zeelandbrug landbouw verkeer mag rijden. ‘Dit is echt een knelpunt in Zeeland voor de agrarische sector.’
De jonge teler selecteert de pootaardappelen zelf. De selectiekar kan wel mee achter de auto over de brug.