Zonder innovatie geen bestaan over 20 jaar
Onderweg naar Luuk in Steenbergen besef ik me dat ik eigenlijk nooit had verwacht dat er ook aubergines in Nederland worden geproduceerd. Dat is ook niet heel gek blijkt later want van de 22,5 ha aubergines die Gebroeders van Duijn telen wordt er maar 5% verkocht in Nederland. Dit jaar word er in Oosterland 2,5 ha bijgebouwd. Tijdens het interview blijkt uit de twinkelende ogen van de jonge ondernemer dat werken op het familiebedrijf niet zomaar werken is, het is een manier van leven.
Het ontstaan
‘Mijn ouders, mijn broertje Hidde en ik zijn geboren in de Lier, in het Westland. Hier hadden mijn opa en oma tuinbouwbedrijf. Mijn vader is vervolgens bij mijn opa in het bedrijf gekomen. Mijn ooms hadden ook ‘glastuindersbloed’ en vertrokken samen naar Steenbergen voor een locatie op de Stierenweg. Even later zijn wij op mijn derde verhuisd naar Oosterland voor een derde locatie. Bart, mijn jongste broertje, is in Oosterland geboren. Terwijl mijn vader de locatie startte in Oosterland, vertrok mijn jongste oom terug naar de Lier om met mijn opa het bedrijf te runnen. Op de locatie in Oosterland telen we naast de ‘standaard’ aubergines ook andere soorten zoals de witte, graffiti en Italiaanse aubergine.
Toen mijn ooms de kans kregen om een groter bedrijf te starten in Steenbergen aan de Zoekweg hebben ze dat gedaan. Met als gevolg dat de locaties aan de Stierenweg en in de Lier verdwenen. Daarna zijn zowel de locatie in Oosterland en Steenbergen verdubbeld van omvang. Eén van mijn ooms is vervolgens naar Terneuzen vertrokken en die locatie is gegroeid tot tien hectare. Het is onze grootste locatie waar we de restwarmte van meststoffenbedrijf YARA goed in kunnen zetten voor de teelt van het warmte minnende gewas.’
De meerwaarde van Purple Pride
De aubergine sector is voor mij een vrijwel onbekende sector. Luuk, die is opgegroeid in deze sector, en nu ook teeltman is op één van de locaties van het familiebedrijf geeft met enkele getallen een goed eerste beeld. Hij vertelt: ‘Nederland telt zo’n 100 ha aan aubergineteelt. Met onze telersvereniging Purple Pride, teelt onze familie samen met de bedrijven Greenbrothers en De Jong 40 ha aubergines. De markt van Purple Pride bevindt zich echter maar voor 10% in Nederland, waarvan een groot deel te vinden is bij Albert Heijn. De rest van de productie is voor export naar landen als Scandinavië, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Amerika. Door de samenwerking van verschillende kwekerijen zijn we een aantrekkelijke handelspartner. Wanneer de productie of kwaliteit op de ene locatie tegenvalt kunnen we schakelen met de andere locaties, dat maakt ons minder kwetsbaar. Ook hebben we wekelijks een excursieronde met de telers van Purple Pride zodat we één keer in de twee weken ieder bedrijf zien en elkaar kunnen confronteren en adviseren over de verschillende manieren van telen, dit houdt ons scherp.’
Op zoek naar de markt
‘Nederland is met 10% van onze productie een kleine markt. We willen deze markt vergroten maar momenteel focussen we ons eerst op de landen waar al markt is. In andere landen worden simpelweg meer aubergines gegeten en daarom is het interessant om naar die landen te exporteren. Toch willen we ook in Nederland het product promoten. In de toekomst denk ik dat het directe contact met de klant steeds belangrijker wordt. De promotie doen we onder andere door de campagne ‘ik ben ook lekker op de barbecue’ met de landelijke auberginecommissie. Aubergines zijn heel vezelrijk, caloriearm, bevatten veel antioxidanten, zijn veelzijdig en ongelofelijk lekker. Wij zouden het mooi vinden als de aubergine net zoals de aardappel en de tomaat niet meer weg te denken is uit de Nederlandse keuken.’
Niet alleen met Purple Pride of de landelijke auberginecommissie promoten ze de aubergine geeft Luuk aan. ‘Ik vind het ongelofelijk belangrijk om zelf ook op social media actief te zijn. Via verschillende kanalen laat ik open en transparant zien waar we mee bezig zijn binnen ons bedrijf. Zo leren mensen ons en het bedrijf kennen en kunnen ze ook vragen stellen. Op berichten over gewasbescherming bijvoorbeeld zie je soms telers reageren met ‘dat is niet waar, wij doen het wel goed of dat doe ik anders’. Ik kies er bewust voor om niet op die berichten te reageren maar om proactief zelf te communiceren. We komen veel verder met proactieve communicatie dan met reactieve communicatie.’
Buiten je bedrijf kijken
Gebroeders van Duijn is een familiebedrijf van drie broers. De vader en ooms van Luuk vormen de directie en hebben allemaal hun focus op één van de locaties. ‘Misschien klinkt het raar dat ik niet bij mijn vader op de locatie werk maar hier bij mijn oom in Steenbergen. Toch heb ik er bewust voor gekozen om dit nog niet te doen, dat kan altijd nog. Ik wil wel het familiebedrijf in maar ik zie mezelf, nu ik nog thuis woon, niet ook nog fulltime met mijn vader werken.
Na mijn afstuderen aan de HAS in 2016 wilde ik graag teeltman worden bij een glasgroentebedrijf. Toevallig kwam er een vacature vrij op de locatie in Steenbergen en daar heb ik op gesolliciteerd. We hebben twee gesprekken gehad zonder mijn vader. Aangezien we in totaal met zo’n 35 vaste medewerkers werken, vond ik het belangrijk dat ik gekozen werd omdat ik geschikt was, niet omdat ik ‘het zoontje of neefje van’ was. Zo wil ik niet werken.’
Doelen stellen
‘Toen ik hier na mijn studie aan de slag kon, nam ik de teelt over van mijn oom. Op 6 en 7 december hebben we de nieuwe planten neergezet. De resultaten die nu geboekt worden zijn ook echt mijn resultaten. Maar die resultaten bereik ik natuurlijk niet zonder ons team. Begin 2017 hebben mijn oom en ik een plan gemaakt met mijn doelstellingen. Aan het eind van dit jaar wil ik minimaal 2% kg/m2 meer geproduceerd hebben dan vorig jaar. Dit is misschien ambitieus voor een eerste jaar, maar ik leg de lat graag hoog. Ook hebben we doelstellingen opgesteld voor onder andere energieverbruik en gewasbescherming.
Wekelijks is mijn vader op deze locatie aanwezig. Als hij hier is, lopen we een rondje door de kas. We sparren dan en het is fijn om laagdrempelig advies te kunnen vragen. Het gaat dan voornamelijk over het finetunen van het klimaat en de watergift. Iedere avond voor ik ga slapen bel ik even in om te checken of alles goed ingesteld is en of er geen storingen zijn.’
Lokaal produceren
Wanneer ik Luuk vraag of hij het bedrijf ooit op zou willen tillen om te verplaatsen geeft hij verschillende mogelijkheden. ‘Wellicht zijn er in de toekomst mogelijkheden op een andere locatie met meer grond. Dan zouden we daar een extra locatie kunnen starten of de locatie van Steenbergen verplaatsen. We kunnen hier namelijk niet meer uitbreiden.
Als ik echt zou moeten verplaatsen, dan zou ik niet in Nederland verplaatsen maar in de staat New York een bedrijf willen runnen. Tijdens mijn studie heb ik vier maanden stage gelopen bij Intergrow Greenhouses Inc. In New York. Bij dat bedrijf heb ik gezien hoe het is om in een staat als New York te telen. In Nederland noemen we het lokaal voedsel binnen een straal van ongeveer 30 kilometer. Als ik zou produceren in New York dan zou ik voor de hele staat kunnen telen met het label ‘local for local’, dat zou een enorme kans zijn.
‘Telen voor de staat New York met het label local for local’
De toekomst
‘Ik vermoed dat mijn broertje Hidde, na zijn opleiding Bedrijfskunde en agribusiness aan HAS Hogeschool eerst gaat verder studeren en buiten de deur gaat werken. In de toekomst zie ik Hidde wel werken op ons bedrijf. Ook heb ik neven en nichten die wellicht interesse hebben om ook in het bedrijf te komen. Dat lijkt me leuk want ik werk graag samen.
Binnen ons bedrijf hebben we vijf kernwaarden: ontwikkeling, betrokkenheid, samenwerking, daadkracht en flexibiliteit. Wanneer ik meer te zeggen krijg binnen het bedrijf dan gaat samenwerking zwaarder wegen en ik zou promotie toevoegen. Iedere werknemer moet uitstralen onderdeel te zijn van de familie en het bedrijf.
Ik kijk er erg naar uit om straks ondernemer in het familiebedrijf te worden. Niet zozeer directeur zijn maar voornamelijk het ondernemerschap spreekt me aan. Ik wil het bedrijf optimaliseren, uitbreiden en innoveren. Denk hierbij aan nog energiezuiniger telen, gas besparen, productie vergroten, betere klimaatomstandigheden en betere waterzuivering. Vanaf volgend jaar bijvoorbeeld mogen we geen restwater meer lozen. We zijn daarom continue op zoek naar innovaties om met dit soort wet- en regelgeving om te gaan en om slimmer te kunnen ondernemen. Als je niet blijft innoveren dan besta je niet meer over 20 jaar.’