Uitgesproken
Je kan een mens niet in één woord omschrijven, maar voor de beschrijving van Rob (25) staat ‘uitgesproken’ met stip bovenaan. Het komt regelmatig voor dat we onze vragen niet eens kunnen stellen. Hij weet al wat we willen vragen en hij weet ook al precies wat zijn antwoord is.
Groeispurt
Na 2 dagen Lucht- en Ruimtevaarttechniek op TU Delft, besluit Rob alsnog dat hij boer wil worden op het bedrijf van zijn ouders. Een week later start hij met de studie Tuin- en Akkerbouw. ‘Ik koos voor het korte traject van 3 jaar, om er zo snel mogelijk vanaf te zijn.’ Achteraf heeft hij spijt, want studeren.. dat is de mooiste tijd van je leven. ‘Daar had ik graag wat langer van genoten.’
In het 2e jaar op de HAS ontmoet hij iemand die hem vraagt om aardbeien. Zonder aarzelen zet hij zijn eerste stappen als ondernemer. Dit is het moment waarop hij begint met handelen en zijn eigen onderneming start.
In 5 jaar is hij op eigen kracht gegroeid van student naar ondernemer. ‘Je leert door ervaring. Gisteren besloot ik om aardbeien te gaan plukken. Mijn moeder zei dat de kwaliteit niet meer voldoende was. Toch wilde ik plukken en we zijn begonnen. Al vrij snel zag ik dat mijn moeder gelijk had en besloot ik te stoppen met plukken. Inmiddels stonden er kratten met aardbeien waarvan ik wist dat ze afgekeurd zouden worden op de veiling. Ik vond het zo zuur richting mijn ouders, dus ik ben rond gaan bellen. Binnen een paar uur is het me toch gelukt om de aardbeien te verkopen. Voorheen zou ik een week chagrijnig zijn, nu heb ik actie ondernomen.’
Ook privé zie je de daadkracht van Rob terug. Dat hij jong is heeft hem er niet van weerhouden samen te gaan wonen met de liefde van zijn leven en sinds 4 maanden hebben Eveline en Rob een zoontje: Mees. ‘Zij behoren tot de beste keuzes in mijn leven. Ik heb nu niet veel tijd om met hem door te brengen, maar ik geniet zo van ons zoontje. Doordat we Mees nu hebben, lijkt het soms of er een vergrootglas ligt op mijn aanwezigheid. Gelukkig kan ik dat in de winter goed maken, met leuke dagjes uit, etentjes en vakantie want dan is het rustiger op het bedrijf.'
Bijenkorf
Als je op het bedrijf van familie Luysterburg komt, dan weet je niet waar je moet kijken. Het is vergelijkbaar met een bijenkorf. Iedereen vliegt af en aan. Eerst lijkt het een chaos, maar als je goed kijkt dan blijkt dat iedereen een duidelijke taak heeft met een gezamenlijk doel. En net zoals de bijen gaan ze aan het werk als de zon gaat schijnen en in de winter houden ze rust.
In de toekomst hoopt Rob het bedrijf over te nemen. Toch schuift hij het nog een beetje vooruit, ze praten er wel over maar er zit geen druk achter. Hij zou het ook heel leuk vinden als zijn zussen in het bedrijf komen. ‘Zoiets kun je niet afdwingen, maar het lijkt me mooi. Daarnaast is het ook praktisch een goede oplossing als mijn ouders stoppen. Mijn ouders werken zo hard, ik heb geen idee met hoeveel personeel ik dat zou moeten oplossen. Samen zijn we een geweldig team.’
De werkzaamheden van Rob zijn ook niet op één hand te tellen. ‘Het is niet normaal hoeveel wij op een dag kunnen doen. Dat kun je alleen volhouden als je je mindset in de overlevingsstand zet. Niet denken maar doen.’ Zijn dag begint meestal op het veld, bij de mensen die plukken. Dat is de filosofie, ze zijn er altijd bij als ze plukken. Collega’s zijn verbaasd dat ze met zo weinig personeel zoveel werk verzet krijgen. ‘Het is nou eenmaal een feit dat ze harder werken als de baas er bij is.’ 6 of 7 uur later kan Rob dan met zijn werkzaamheden beginnen. De producten klaar maken voor de levering, contact leggen met keurmeesters, handelaren en afnemers, de verloning van het personeel, de administratie van zijn bedrijf, spuiten van de gewassen.. en ga zo maar door. Een week van 100 uur is heel normaal dit seizoen. Gelukkig staat daar tegenover dat er in de winter veel minder te doen is, zodat iedereen bij kan tanken.
Zaadjes moet je planten
Oorspronkelijk bestond het bedrijf van zijn opa uit een veehouderij en akkerbouw. Toen de moeder van Rob in het bedrijf kwam, stelde ze één voorwaarde: ‘Ik kom in het bedrijf als we ook aardbeien gaan verbouwen.’ De stieren verdwenen en akkerbouwgrond werd klaargemaakt voor aardbeienteelt. Rob heeft op een vergelijkbare manier zijn stempel gedrukt op het bedrijf. ‘Ik wilde heel graag asperges gaan telen. Daarvoor heb ik eerst een zaadje moeten planten tijdens onze gesprekken aan de keukentafel, even later hebben we besloten met asperges te starten. Rob mocht 12 hectare grond pachten van zijn ouders. Het eerste jaar in 2011, zijn laatste jaar van de HAS, heeft hij 4 hectare aangeplant. Dat jaar ging heel erg goed. Het tweede jaar wilde hij nog eens 4 hectare aan planten bestellen. ‘Mijn vader zei toen: ‘We kunnen het ook gewoon vol zetten.’ Inmiddels hebben we 30 hectare vol staan.’ Wederom ervaart Rob dat je leert door te doen. ‘Als je de foto’s van ons 1e jaar vergelijkt met nu, dan zie je dat we veel professioneler zijn geworden.’ Zijn vader houdt er van om te investeren en het direct goed aan te pakken. ‘Ik ben iets meer behouden, dat zorgt soms voor de nodige discussies, maar uiteindelijk is het een goede combinatie.’ Inmiddels heeft de jonge ondernemer alweer een nieuw zaadje geplant: groene asperges. ‘De eerste reactie van mijn vader was: ‘Nee, dat is niks!’ Maar hij draait nog wel bij.’ Zegt Rob met een ondeugende lach op z’n gezicht.
Harde euro’s
In 2020 hebben we 9 miljard mensen te voeden, dus volgens de statistieken gaan we als agrarische sector een prachtige tijd tegemoet. Wat is jouw visie daar op? ‘Alleen voedsel produceren om mensen te voeden. Zo werkt het gewoon niet. Alleen in een ideale wereld produceren we exact wat we nodig hebben. Waarom denk je dat een akkerbouwer grond bij koopt? Waarom zet een melkveehouder een nieuwe stal? Er moet geld verdiend worden, anders overleef je het niet. Punt. Het klinkt misschien hard, maar ik word er gelukkig van als ik de afrekening van de maand zie en zie dat we een mooie omzet hebben behaald. Dat we al het werk niet voor niks hebben gedaan.’ Als we vragen aan Rob hoe hij naar de toekomst kijkt, bijvoorbeeld over het quotum op de suikerbieten dat in 2017 komt te vervallen, ook dan blijkt dat hij precies weet waar hij staat. ‘Daar ga ik me niet druk om maken. Als het niets meer opbrengt, dan stop je er toch mee? Daar hoef ik niet lang over na te denken.’
Zo uitgesproken als hij is, zo gevoelig is Rob ook. Het raakt hem als blijkt dat mensen alleen maar de buitenkant beoordelen. ‘Heb je weer een nieuwe tractor gekocht? Nog meer grond nodig? Het gaat wel goed zeker?’ ‘Ik vind het jammer als mensen vanuit afgunst reageren. Het zou veel mooier zijn als we elkaar met respect kunnen benaderen en behandelen. Ik ben ook altijd op zoek naar de mens achter de mens. Wat is je drijfveer? Ik kan echt genieten van dat soort gesprekken.’
Wat als geld geen rol zou spelen?
Inmiddels hebben we duidelijk dat Rob met name gedreven wordt door het eindresultaat. Geld. Maar wat als geld er niet toe doet? Dit antwoord heeft hij niet zomaar klaar.
‘Als geld er niet toe doet?’ Hij vraagt het wel drie keer, het antwoord blijft veranderen. Alleen maar reizen en lekker eten. Waarschijnlijk wel boer blijven. Heel veel grond kopen en de hele dag tractor rijden. ‘Ik weet het echt niet, waarschijnlijk zou ik me minder druk maken om alles. Toch wordt wel heel veel bepaald door geld. Eigenlijk wordt alles door geld bepaald.’